Hoe beeld jij abstracte of lastige onderwerpen, zoals 'grensoverschrijdend gedrag' uit? Vijf tips van beeldexpert Edouard van Arem.
De hele dag zien en maken we beeld: van ons eten, van oorlogen, van onze kinderen, van onze favoriete artiesten of van het leven van vrienden. Ook in je professionele leven heb je dagelijks met beeld te maken. Zeker als je in het communicatievak werkt. Schrijf je een tekst? Dan wil je daar vaak beeld bij, ook als het onderwerp lastig is. Dat is niet voor niets: zo is de kans dat je persbericht wordt opgepikt door media tot zes keer groter als je er beeld bij plaatst. En tekst met beeld trekt veel makkelijker de aandacht dan zonder beeld.
Beeld-expert Edouard van Arem geeft geregeld workshops over beeldgebruik bij verschillende soorten organisaties. Hij geeft je hier alvast vijf tips waarmee je het ideale beeld kiest en zorgt dat je beeldtaal op het juiste pad blijft.
1. Begin bij je missie
Zoals bij veel creatieve processen begin je bij de kern: waar staat jouw organisatie voor? De meeste organisaties hebben wel een missie en visie op papier. Vraag je met elkaar af: hoe komen die tot uiting? Welke boodschap willen we uitdragen en hoe ziet die eruit? Dat gaat over de inhoud van beeld – daarover meer in mijn workshop – maar ook praktisch: hebben portretten een egale achtergrond of fotograferen we mensen in hun werkomgeving? Passen felle kleuren bij ons of gaan we voor een zachte uitstraling? Het gaat er dus niet om: wat vinden we mooi? Persoonlijke smaak is hier niet van belang.
Vergis je niet: een beeldstrategie heb je niet in een middag op papier. Daar moet je echt aandacht aan besteden. Ik zie vaak dat beeld een sluitpost is bij organisaties. Dat is zonde: begin een keer bij het beeld, en maak daar een tekst bij!
Het gaat er dus niet om: wat vinden we mooi?
Het gaat er dus niet om: wat vinden we mooi?
— Edouard van Arem
2. Stel een ‘beeldbaas’ aan
De beeldbaas (v/x/m) is iemand die verantwoordelijk is voor het beeldgebruik binnen de organisatie. Deze persoon leidt de gesprekken over het tot stand komen van de beeldtaal en zorgt dat de beeldstrategie op koers blijft. De beeldbaas organiseert regelmatig korte sessies om het beeldgebruik te bespreken en kijkt mee als collega’s beeld zoeken en kiezen. Ik zie dat er veel wordt geworsteld bij organisaties met beeldkeuze. Zeker als het gaat om lastige, abstracte of gevoelige onderwerpen, zoals ‘grensoverschrijdend gedrag’, 'biodiversiteit' of ‘mentale gezondheid’. Als je een beeldbaas aanstelt – en dat hoeft echt geen fulltimepositie te zijn – heb je iemand die richting geeft aan je beeldstrategie.
3. Gebruik het juiste soort beeld bij je tekst
Het belangrijkste is dat het beeld aansluit bij de tekst. Misschien een dooddoener, maar daar komt meer bij kijken dan je denkt. In de workshop gaan we daarom niet alleen in op beeldstrategie, maar ook op de inhoud van een goede tekst. Er zijn vaak richtlijnen vanuit je organisatie waarmee je rekening moet houden. Begin daar dus mee.
Ten tweede moet je goed kijken welke informatie je uit je tekst wil uitlichten met beeld. Als je bij een nieuwsbericht of persbericht data wil benadrukken kun je soms beter een grafiek kiezen, en niet alleen voor foto’s gaan. Gaat je verhaal bijvoorbeeld over huizenprijzen in Nederland? De gemakkelijke keuze is een foto van een huis met een tekoopbord in de tuin. Maar je kunt ook een grafiek toevoegen waarin je de stijging van de huizenprijzen in de afgelopen tien jaar laat zien. Daar heeft je lezer meer aan. Voor het maken van grafieken heb je handige tools zoals LocalFocus.
Ik denk dat er bij elke tekst wel een beeld past. Maar het ene onderwerp is lastiger uit te beelden dan het andere. Denk bijvoorbeeld aan het abstracte onderwerp ‘grensoverschrijdend gedrag’. Je ziet nu bijvoorbeeld dat daar een portret van Matthijs van Nieuwkerk erbij wordt geplakt. Als het direct over hem gaat, is dat logisch, maar is het verhaal breder dan dat? Een stockfoto die in scène is gezet is ook niet altijd de juiste keuze. Ga in zo’n geval met wat collega’s brainstormen. Zo kun je uitkomen op een illustratie. Zet op papier welke elementen uit je verhaal uitgebeeld moeten worden en zoek een illustrator die bij jouw huisstijl past.
Ik denk dat er bij elke tekst wel een beeld past.
Ik denk dat er bij elke tekst wel een beeld past.
— Edouard van Arem
4. Trek geen foto van Google (maar zoek daar wel)
Je downloadt je ideale foto niet bij Google. Je kunt daar wel zoeken, daar vertel ik in de workshop meer over. Je vindt de foto die je wil gebruiken bij beeldbanken, zoals ANP Foto, organisaties en overheden, zoals het Nationaal Archief, of bij fotografen en andere beeldmakers zelf. Daar kun je direct een licentie regelen om de foto te mogen gebruiken. Elke leverancier biedt weer iets anders, dus je zult in het begin overal een kijkje moeten nemen. En vind je niet wat je in gedachten hebt? Dan laat je de foto maken. Dat kost je vaak wel iets meer tijd en geld, maar dan heb je wel een uniek beeld.
5. Vergeet drie belangrijke regels niet
Auteursrecht
Er zijn wat rechten en regels waarmee je zeker rekening moet houden bij het publiceren van beelden. Een belangrijke is het auteursrecht. Dus: wie is de eigenaar van de foto en wat heb je afgesproken over het gebruik? Heb je een licentie-overeenkomst afgesloten? Zonder dergelijke afspraken is er een grote kans dat je een beeld onrechtmatig gebruikt, oftewel: hebt gestolen.
Portretrecht
Een tweede belangrijke regel is het portretrecht. Als er personen op de foto staan moet je zeker weten dat zij akkoord gaan met de manier waarop jij de foto gebruikt. Grofweg deel je beeldgebruik in tweeën in: redactioneel gebruik en commercieel gebruik. Bij commercieel gebruik gelden strengere regels: het is logisch dat je niet ieders portret kunt inzetten bij een reclamecampagne.
Bewerken van beeld
Ten slotte maak je afspraken over het bijsnijden, veranderen of bewerken. Mag je een andere uitsnede maken? Mag je een boom verwijderen? Zwartwit maken? Ga er niet vanuit dat je dat zomaar altijd kunt doen. Check dus bij de fotograaf of leverancier wat je wel en niet mag met een foto.